mijn vrienden zijn een beetje oud voor de universiteit. maar het was een tweede kans voor hen, of liever een derde kans...
dus deze keer wilden ze het goed doen.
helaas bevatte hun curriculum natuurkunde. hogescholen meestal ontmoedigen specialisatie. hogescholen willen dat afgestudeerden min of meer universeel opgeleid zijn.
ze waren mijn vrienden, dus heel natuurlijk wendden ze zich tot mij om de extra uitleg te krijgen die ze vonden dat ze dat onverteerbare spul moesten slikken. leer mij natuurkunde. en ik heb het uitgelegd. en zwaaide met mijn handen. en ... en ik realiseerde me eindelijk dat het in de eerste plaats niet de natuurkunde was, maar sommige wiskundige concepten die ze niet hadden overgenomen, met name de concepten van afleiding en integratie. mijn god
dus ik ging daarheen. Ik begon te praten over derivaten. en dat een afgeleide in feite een helling is. en dat je een afgeleide kunt visualiseren als de helling van de raaklijn aan het punt in kwestie.
had ik al gezegd dat mijn vrienden iets boven de normale schoolleeftijd waren, als je iets boven de universiteitsleeftijd bent, heb je geleerd dat alleen de dingen zijn van belang die van invloed zijn op uw leven. onbewust is dat. bewust realiseer je je alleen dat je je erg ongemakkelijk voelt wanneer je een logische reeks gedachten probeert te volgen zonder het voordeel te zien. je vindt het erg moeilijk om oefenproblemen op te lossen omdat ze nergens goed voor zijn, behalve lichaamsbeweging. De oplossing is al bekend en de situatie is over het algemeen zo eenvoudig dat deze bekende oplossing niet overeenkomt met een echte oplossing van een echt probleem.
dus kwamen ze terug op mij 34 maar waar is een afgeleide goed voor op het einde 34
nou, ik heb het begrepen. ik moest een voorbeeld vinden van hun dagelijkse strijd om hen te motiveren kennis te maken met het idee van oneindig kleine calculus.
dus ging ik verder 34 stel je voor dat je met je auto van punt a naar punt b rijdt. laten we zeggen dat de afstand 20 mijl is. en het duurt 20 minuten om aan te komen. hoe snel ben je 34 ze kregen het antwoord meteen 34 60 mph 34 . maar ik was niet tevreden. 34 kijk echt wat er gebeurt als je je auto start. spring je meteen naar 60 mph en na aankomst bots je normaal gesproken niet tegen een bakstenen muur en kom je meteen tot stilstand 34
ze kregen het idee. 34 nee natuurlijk niet we moeten starten en eerst vaart maken en dan voordat we aankomen moeten we vaart minderen en langzaamaan tot stilstand komen. en als we alles in twintig minuten moeten doen, zal onze snelheidsmeter ergens in het midden van de reis boven de 60 staan. 34
dat was het woord waarop ik had gehoopt snelheidsmeter
34 dus je zegt dat je boven de 60 mijl per uur rijdt, maar niet voor een uur, je beweegt eigenlijk maar een paar minuten en zelfs dan is je snelheid niet constant maar varieert eerder constant 34
34 waar rij je naar met al dat denkbeeldige rijden 34
34 nou, heb je niet gevraagd waar is een afgeleide goed voor hier heb je het de snelheidsmeter toont je de afgeleide van je lo